Ongeveer 3 op 4 Vlaamse gemeentes is huisartsarm, met andere woorden kampt met een tekort aan huisartsen.
Het probleem is dubbel: er is een algemeen tekort aan huisartsen en er is een slechte spreiding
Er is een zeer groot huisartentekort in onze provincie. In negen Limburgse gemeenten is er een accuut probleem. In nog eens negen andere gemeenten mag er geen huisarts verdwijnen, want dan is de situatie ook daar dramatisch. Dat blijkt uit cijfers van het kabinet van Volksgezondheid. De problematiek situeert zich zowel in steden als op het platteland. De recente gemeentemonitor sprak ook boekdelen: de tevredenheid over het aanbod aan huisartsen in de gemeente is de categorie die het felst achteruit is gegaan.
Het probleem neemt alleen maar toe, want de uitstroom van artsen is groter dan de instroom. Limburg kan meer jonge artsen aantrekken door een masteropleiding Geneeskunde in het leven te roepen. Daarnaast dient er voor gezorgd dat artsen veel minder moeten bezig zijn met de administratieve rompslomp.
1 arts ziet 1.000 patiënten
Er zijn minimum 9 huisartsen per 10.000 inwoners nodig. Eén huisarts heeft dus zo’n 900 à 1.000 patiënten. Maar nu blijkt dat heel wat gemeenten in Limburg dat cijfer zelfs niet halen. Of het maar heel nipt halen.
Een deftig leven, dat is een gezond leven. Maar wie ziek is, vindt steeds moeilijker een huisarts. Wachtlijsten, patiëntenstops, vele kilometers rijden voor een huisarts. Het is bijna normaal geworden, maar het zou dat nooit mogen zijn. In een deftig land kunnen mensen gewoon altijd terecht bij een huisarts in de buurt. Daar willen wij voor zorgen.
Eerder al lanceerde de federale minister voor Volksgezondheid een ‘New deal’ voor huisartsen, maar er is gewoon veel meer nodig om het probleem aan te pakken. A better deal, zeg maar. De situatie is vandaag al heel acuut voor heel wat mensen, als we niet sterker doorpakken zal dit enkel nog erger worden door het groot aantal pensioneringen bij de huisartsen én de zorgvraag van mensen die sterker toeneemt dan het aantal huisartsen dat in de toekomst afstudeert. We moeten zorgen dat we meer artsen kunnen opleiden, hen ook hier houden en onze eerste lijnszorg veel beter organiseren voor patiënten.
Vrijetijdsactiviteiten zijn een belangrijk bindmiddel om mensen samen te brengen. Daarom moeten we absoluut inzetten op een participatiebeleid dat ieders recht op vrijetijd erkent en financiële en andere drempels verlaagt. De UiTPAS is daarbij een interessant beleidsinstrument dat jammer genoeg nog maar in de helft van de Vlaamse gemeenten en nog niet in alle vrijetijdssectoren wordt gebruikt. Tien jaar na de invoering is het zinvol om de UiTPAS te evalueren en bij te sturen.
Alle Vlamingen hun leven lang laten bewegen en sporten op een gezonde manier: dat is en blijft de uitdaging van het Vlaamse sportbeleid. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat nog maar zes op de tien Vlamingen actief aan sport doen in hun vrije tijd. Twee op tien willen zelfs echt niet aan sport doen. Mensen sporten vooral omdat ze het leuk vinden, maar een gebrek aan tijd of middelen wordt vaak als reden opgegeven waarom ze het niet (meer) doen. Wat écht telt. Meer dan een derde van de Vlaamse bevolking lijdt aan overgewicht. De voornaamste oorzaak is het gebrek aan fysieke activiteit. Bijna 10% van alle medische kosten zijn te wijten aan fysieke inactiviteit. Beweging en sport moeten een belangrijke rol spelen in het preventief gezondheidsbeleid. Gezond sporten betekent ook medisch verantwoord sporten. Het sportbeleid moet dus ook aandacht besteden aan gezondheidspromotie via de sport en nadruk leggen op het fysische en psychische welzijn van de sportbeoefenaar. Sportpromotiecampagnes moeten de bevolking aanzetten tot sporten en bewegen. Toch beoefent een minderheid van de sportieve Vlamingen hun sport in een sportvereniging. Steeds meer mensen kiezen voor een commercieel sportaanbod, maar vooral voor een sport die je alleen of met vrienden kan beoefenen zonder lidmaatschap van een sportclub (zwemmen, wandelen, lopen, fietsen). Nochtans bieden sportverenigingen de beste garantie op regelmatige, aangepaste en kwaliteitsvolle sportbeoefening, zowel voor de recreatieve als voor de competitieve sporter. Ze bieden ontspanning en sociaal contact.
Bovendien maken sportclubs jongeren vertrouwd met waarden als fair play, solidariteit, teamgeest, respect voor spelregels en medemens, zelfstandigheid, persoonlijk engagement en inzet voor anderen, leren omgaan met winst en verlies. Een sportvereniging is een remedie tegen de individualisering van de maatschappij.
We moeten extra inspanningen leveren om een kwalitatief en divers sportaanbod op maat voor iedereen te realiseren, met aandacht voor moeilijker bereikbare doelgroepen zoals mensen met allochtone roots, senioren, mensen met een beperking, sociaal kwetsbaren, bewegingsinactieven.
Wonen is een basisrecht en een basisvoorwaarde voor maatschappelijke participatie. Het algemene tekort aan betaalbare woningen speelt vooral in het nadeel van mensen met een laag budget. Zij komen noodgedwongen in woningen terecht die op het vlak van kwaliteit te wensen overlaten: woningen die vaak slecht geïsoleerd zijn, waardoor de energiekosten hoog oplopen. We willen ervoor zorgen dat mensen betaalbaar en voldoende kwalitatief kunnen wonen. Helaas biedt de socialewoningenmarkt vandaag voor velen geen oplossing, omdat de gemiddelde wachttijd ettelijke jaren bedraagt.
Er heerst een wooncrisis in Vlaanderen. Jonge werkende gezinnen kunnen geen woning meer veroorloven. We moeten meer en sneller sociale woningen bouwen. Zo zetten we de huizenmarkt in beweging en daalt de prijs van starterswoningen. Vorig jaar kwamen er 2.400 woningen bij. De nieuwe woningen bieden maar een oplossing voor 1,3% van de wachtlijst van 182.000 mensen die recht hebben op een sociale woning. Een inhaalbeweging is nodig.
Waarom? Het meer en sneller bouwen van sociale woningen is niet alleen in het belang van de mensen op de wachtlijst, maar ook voor jonge, werkende starters. Zij moeten op de huizenmarkt concurreren met mensen die daar eigenlijk niet thuishoren. Dat drijft de woningprijzen fors omhoog. Door meer sociale woningen te bouwen trekken we mensen weg uit dit segment van de huizenmarkt en kan de prijs van starterswoningen opnieuw normaliseren.
Zolang ons volledige woningbestand niet volledig gerenoveerd is, zullen minder kapitaalkrachtige huurders nood hebben aan een oplossing op de korte termijn. Daarom willen we het sociaal energietarief ook toekennen op basis van het inkomen in plaats van alleen het statuut, en werk maken van een degressieve ondersteuning die rekening houdt met het aantal leden binnen het gezin. We beseffen echter dat dit geen structurele oplossing vormt. Daarom is het creëren van een extra kwalitatief en betaalbaar aanbod, zowel op de private als sociale woningenmarkt, een prioriteit.
Net zoals we voor onze jonge mensen het beste willen, gaan we voluit voor een samenleving waar er respect is voor onze ouderen. Onze ouderen zijn veel meer dan een groep zorgbehoevenden. Op alle gebied zijn we voorstander dat ouderen voluit kunnen blijven participeren in de samenleving na hun pensioen. Hun bijdrage aan de maatschappij moeten we koesteren omwille van de bakken ervaring en vaak ook nog tonnen energie die ze tot hun beschikking hebben. Mochten alle gepensioneerden staken, de samenleving zou snel in de problemen komen. Grootouders ondersteunen hun kinderen, ouderen hebben onze vaccinatiecentra vrijwillig draaiende gehouden, een groot deel van het vrijwilligerswerk draait op mensen die na 40 jaar werken zich vrijblijvend blijven inzetten. Zowel in het verenigingsleven, het familiaal leven als in het professioneel leven werken we onnodige belemmeringen weg zodat ouderen volop kunnen blijven bijdragen als vrijwilliger, als mantelzorger en als professioneel actieve na het pensioen. Voor ons geen pestmaatregelen waarbij ouderen geen bestuurder meer mogen zijn in een vereniging vanaf een bepaalde leeftijd. Mutualiteiten, banken en overheidsdiensten mogen hun diensten niet enkel digitaal aanbieden. Het recht op fysieke dienstverlening voor mensen is de garantie op participatie van jong en oud. Ook bij onze mobiliteit houden we rekening met de participatie van onze ouderen. Voor ons geen betutteling waarbij ouderen hun recht op autorijden dreigen te verliezen, wel genoeg parkeerplaatsen.
Op het moment dat er zorg nodig is, zorgen we ervoor dat die hoogkwalitatief, beschikbaar en betaalbaar is. Wij staan garant voor de kwaliteit en betaalbaarheid van de ouderenzorg. Wij staan voor een sterker georganiseerd en gefinancierd chronisch zorgmodel waarbij een waardige oude dag centraal staat. We werken aan oplossingen om de stijgende personeelstekorten in de zorg snel aan te pakken. Een zorg waar verplegers continu op hun tandvlees zitten en waar zorgbehoevende ouderen onvoldoende geholpen kunnen worden is voor ons niet aanvaardbaar. We werken aan een verbod op winst op zorg in woonzorgcentra. We versterken de palliatieve zorg en de dementiezorg. Mensen die hun hele leven hebben bijgedragen aan onze maatschappij laten wij niet in de steek.
Mis niets van cd&v Limburg
Laat hier je email-adres achter en ontvang onze nieuwsbrief.
© 2024 Alle rechten gereserveerd – cd&v Limburg